Volgens GOST R 12.2.143-2002 moet het plan voor de evacuatie van mensen in geval van brand uit een grafisch en een tekstgedeelte bestaan. Het grafische gedeelte houdt rekening met de vloerplanningsoplossingen van een bepaald gebouw, structuur, betrouwbaarheid, grootte en type communicatieroutes. Bovendien is het bij het opstellen van een diagram noodzakelijk om rekening te houden met de eigenaardigheden van het gedrag van mensen in geval van gevaar, en daarom om de kracht van de menselijke stroom langs mogelijke evacuatieroutes te berekenen.
instructies:
Stap 1
Neem de plattegrond van het gebouw als basis voor het grafische gedeelte van het ontruimingsplan. Houd er rekening mee dat als het vloeroppervlak meer dan 1000 vierkante meter is, het noodzakelijk is om de secties te splitsen en voor elk van hen een apart diagram te tekenen. Als de plattegrond alleen op papier beschikbaar is, scan deze dan en gebruik de bitmap als achtergrond voor het elektronische ontruimingsplan.
Stap 2
Ga door alle kamers op de vloer, inspecteer ze. Markeer op het plan de locaties van telefoons, brandblusapparatuur, automatische brandalarmen, brandkranen, hoofd-, nood- en nooduitgangen. Geef voor elke kamer het aantal mensen dat er permanent in zit en het geschatte gemiddelde aantal bezoekers, als ze naar verwachting in deze kamer aanwezig zullen zijn.
Stap 3
Inspecteer en controleer alle hoofd-, vlucht- en nooduitgangen op grootte en betrouwbaarheid. Let op de aanwezigheid van rookonderdrukkers en ventilatie.
Stap 4
Teken een plattegrond in een grafisch programma. Houd rekening met het geschatte formaat van uw papieren exemplaar. Voor verdiepings- en sectie-evacuatieplannen moet deze minimaal 600x400 mm zijn, zodat deze goed leesbaar en visueel waarneembaar is. Een lokaal ontruimingsplan vanuit een aparte ruimte kan 400x300 mm groot zijn.
Stap 5
Denk na over mogelijkheden om elke kamer te verlaten, rekening houdend met de stroom van mensen, de grootte van de communicatiepaden. Denk ook aan de stromen die zich op de bovenste verdiepingen kunnen vormen. Gebruik de effen groene pijlen om de belangrijkste aanbevolen vloerpaden voor elke afzonderlijke kamer te markeren. Teken vluchtroutes voor noodgevallen met gestippelde groene pijlen.
Stap 6
Markeer op het diagram de locaties van telefoons, brandkranen, brandblusapparatuur en brandbestrijdingsautomatiseringssystemen met conventionele borden. Geef de locaties van de hoofd-, nood- en nooduitgangen aan. Zorg ervoor dat u de plaats op het plan aangeeft die overeenkomt met de locatie van dit schema. Op je borden. Onder het grafische gedeelte moet een lijst met conventionele symbolen worden vermeld.