Het is noodzakelijk om uw anciënniteit (anciënniteit) te kennen. Als een persoon lange tijd in dezelfde branche heeft gewerkt of gewerkt, biedt de huidige wetgeving voor verschillende functies en beroepen tal van voordelen en rechten. Om de duur van het dienstverband te berekenen, kunt u contact opnemen met elke medewerker van de personeelsafdeling van de organisatie. Er zijn echter situaties waarin de personeelsdienst bijvoorbeeld een bepaalde arbeidsduur is vergeten te berekenen, terwijl u zelf uw diensttijd moet kunnen berekenen.
Noodzakelijk
- - Werkgeschiedenis;
- - opdracht(en) voor tewerkstelling;
- - militaire identiteitskaart.
instructies:
Stap 1
Diensttijd in bepaalde sectoren, zoals overheids- of ambtenarenfuncties, biedt voordelen. Het kan gaan om een loonaanvulling, extra rustdagen op jaarlijkse vakantie, het recht om hogere functies te bekleden. Om te weten of u in aanmerking komt voor dergelijke voordelen, kunt u contact opnemen met de HR-afdeling, waar een competente specialist uw anciënniteit (dienstduur) berekent, of u kunt het zelf doen, gewapend met een werkboek of een opdrachtbon.
Stap 2
Het is noodzakelijk om te bepalen of uw arbeidstijd de periode is die volgens de Lijst van tijdvakken van ambtenarij recht geeft op bovenstaande uitkeringen. Dergelijke perioden omvatten de tijd van het werk in: overheidsfuncties van de Russische Federatie en de samenstellende entiteiten van de Russische Federatie, federale staatsambtenaren en staatsambtenaren van samenstellende entiteiten, functies van openbare aanklagers, functies van medewerkers van de onderzoekscommissie, militaire functies, functies van instanties voor interne aangelegenheden, douaneautoriteiten, belastingpolitie, gemeentelijke en keuzebureaus.
Stap 3
De anciënniteit begint te stromen bij langer dan 1 jaar werken, continu of in totaal. Daarom, om het te bepalen, moet u de datum van indiensttreding weten. Vanaf deze datum gaat de diensttijd in.
Als u bijvoorbeeld vanaf 01.09.2001 in dienst bent getreden, dan vanaf 01.09.2002. u verkrijgt het recht op de uitkeringen waar u volgens de wet recht op heeft. Dit is een eenvoudig voorbeeld in het geval van continue werkervaring. Als deze is onderbroken of uit meerdere perioden bestaat, die elk afzonderlijk recht geven op anciënniteit, dan moeten al deze perioden gewoon worden samengevoegd tot één algemene.
Bijvoorbeeld werktijd: vanaf 01.09.2001. tot 31.01.2002 (5 maanden) in één organisatie en vanaf 20.02.2002. tot 30.04.2005 (3 jaar 2 maanden 11 dagen). We tellen beide perioden op en krijgen 3 gram 7 maanden. 11 dagen. In totaal zal de anciënniteit in dit geval 3 jaar zijn, aangezien alleen volledige jaren worden meegerekend in de berekening.