Informatie over het opleidingsniveau van de werknemer wordt ingevoerd in de overeenkomstige kolom van het werkboek, dat zich op de titelpagina (eerste na de voorpagina) bevindt. Deze kolom biedt de mogelijkheid om de gewenste optie onder de lijn te onderstrepen. Als de werknemer geen hogere opleiding heeft, wordt de regel zelf meestal leeg gelaten bij eventuele wijzigingen.
Noodzakelijk
- - werkboekvorm;
- - een vulpen.
instructies:
Stap 1
Het opleidingsdossier wordt opgemaakt door een vertegenwoordiger van de werkgever (en alleen door hem, in geen geval door de werknemer zelf) op basis van de documenten van de werknemer hierover: een schoolattest van volledig of onvolledig secundair onderwijs, een document over het behalen van een diploma initiële beroepsopleiding of een diploma van middelbaar of hoger beroepsonderwijs.
Stap 2
Onder de lijn over onderwijs zijn er verschillende opties voor het niveau om uit te kiezen: onvolledig secundair, secundair, onvolledig hoger en hoger.
Als de werknemer geen universitair diploma heeft, wordt de overeenkomstige waarde geselecteerd en doorgestreept. Als die er is, kun je dat hoger onderwijs aangeven, rechts in de kolom.
Stap 3
Aan de hand van het document beroepsonderwijs wordt ook de kolom over het beroep (specialisatie) ingevuld.
Als het beroep waarin de werknemer werkzaam is geen speciale opleiding vereist, kunt u dit zonder documenten specificeren.
Maar het is beter om dit veld leeg te laten: de werknemer kan dit of dat beroep immers later beheersen. Bovendien is deze inschrijving bij wet strikt op basis van kwalificatiedocumenten.