Anciënniteit is de tijdsperiode waarin een burger werkte of zich bezighield met andere activiteiten ten behoeve van de samenleving, en die moet worden bevestigd door documenten die zijn afgegeven door de werkplek of studie in het geval dat de opleidingstijd kan worden opgenomen in de anciënniteit. Het begrip "anciënniteit" is een algemeen begrip dat variëteiten omvat zoals verzekeringen, algemene of bijzondere anciënniteit. Er is ook het concept van continue werkervaring.
instructies:
Stap 1
Werkervaring beschouwen is een nogal moeilijke taak, waarvan de volgorde wordt bepaald door de huidige wetgevingshandelingen. Naast algemene regels zijn er voldoende departementale regelingen die de regels bepalen voor de berekening van verschillende soorten anciënniteit. De berekening van de anciënniteit gebeurt in ieder geval op kalendermanier, met een maand bestaande uit 30 dagen en een jaar van 12 maanden.
Stap 2
De verzekeringsperiode wordt berekend rekening houdend met de duur van de tijdvakken waarin de werkgever verzekeringspremies voor de werknemer betaalde. Tegelijkertijd kunt u alle soorten activiteiten uitoefenen: militaire of civiele dienst, individueel ondernemerschap of arbeid verrichten op basis van een arbeidsovereenkomst. In overeenstemming met de huidige wetten, ontstaat het recht op een ouderdomspensioen bij vijf jaar verzekeringservaring, gedurende welke verplichte bijdragen werden betaald.
Stap 3
Bij het bepalen van het recht op een arbeidspensioen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, ook in het geval van vervroegde aanstelling, moet het verzekeringstijdvak alle tijdvakken omvatten waarin een burger werkte of andere activiteiten uitoefende en die bij de berekening van de totale of bijzondere anciënniteit vereist voor de toekenning van een pensioen in overeenstemming met de wetgevingshandelingen die van kracht zijn tijdens de periode van zijn werk (activiteit).
Stap 4
Tegelijkertijd is het noodzakelijk om de anciënniteit te tellen in overeenstemming met de regels van de gespecificeerde wetgevingshandelingen (inclusief bij het berekenen van de "preferentiële" anciënniteit). Deze procedure is ook van toepassing wanneer een burger (ongeacht zijn leeftijd op de dag van intrekking van de desbetreffende wetgevingshandeling of ander normatief document) een bijzondere of algemene anciënniteit heeft ontwikkeld, waarvan de aanwezigheid hem recht gaf op een anciënniteit of ouderdomspensioen.