Het burgerlijk huwelijk, dat wil zeggen het samenwonen van een man en een vrouw in hetzelfde gebied, hun gemeenschappelijke huishouding, kan bepaalde rechten en plichten met zich meebrengen, ook al is het paar niet officieel getrouwd. Met name alle aankopen die tijdens deze periode worden gedaan, worden beschouwd als gemeenschappelijk eigendom en zijn onderhevig aan verdeling. Er kunnen zich echter ernstige problemen voordoen bij het aantonen van het feit van samenwonen.
Het is nodig
Paspoort, vordering in de rechtbank, schriftelijk bewijs, getuigenis
instructies:
Stap 1
In de wet staat dat het feit van samenwonen alleen in de rechtbank kan worden vastgesteld als er een bepaald soort bewijs is. U moet daarom eerst met een vordering naar de rechter stappen. In de aanvraag moet de belanghebbende noodzakelijkerwijs aangeven welk feit moet worden vastgesteld en met welk doel, welke bewijzen de eiser heeft, ter bevestiging van het samenwonen. Daarna moet u wachten op de start van de proef.
Stap 2
Bewijs kan worden herkend als getuigenverklaringen, allerlei schriftelijke bewijzen, bijvoorbeeld inschrijving op één adres, betaling van energierekeningen en andere rekeningen, de aanwezigheid van een gezamenlijke bankrekening, politiedossiers, brieven en dergelijke. Daarnaast kunnen verschillende soorten informatiedragers, zoals cassettes of schijven, aan de rechtbank worden voorgelegd, de rechter ter plaatse zal zich op de hoogte stellen van de inhoud ervan en beslissen over de al dan niet toelaatbaarheid van dergelijk bewijs.
Stap 3
Om te bewijzen dat u samenwoont, moet u zich goed voorbereiden op het proces: praat met vrienden en buren zodat ze overeenkomen om als getuigen op het proces te verschijnen. Zoek en dien bij de rechtbank alle mogelijke rekeningen en cheques voor gezamenlijk gekochte goederen in, sla certificaten van verschillende huisvestingsorganisaties in en onthoud of er ander acceptabel bewijs is. Als u kinderen heeft, vermeld dan het feit van hun gezamenlijke opvoeding.
Stap 4
Bewijzen zijn alleen nodig als de gedaagde ontkent samen te wonen. Omstandigheden die door beide partijen in de rechtbank zijn erkend, behoeven geen aanvullende bevestiging. Probeer daarom in de rechtbank het gesprek zo te voeren dat de beklaagde toegeeft dat hij enige tijd bij u heeft gewoond en een gemeenschappelijk huishouden heeft gevoerd. Dan verdwijnt de behoefte aan aanvullend bewijs vanzelf.