Attestering is in de breedste zin van het woord een verificatie van conformiteit. In het arbeidsrecht gaat het bij deze procedure om het bepalen van de geschiktheid van een werknemer voor de functie. Het kan kwalificatiebepaling, verificatie van de zakelijke kwaliteiten van werknemers, hun naleving van de vereisten van het huidige moment omvatten. Elke werkgever heeft het recht om werknemerscertificering te organiseren en uit te voeren, maar meestal betreft het werknemers van staats- en gemeentelijke instellingen.
Waarom certificering wordt uitgevoerd?
Dit is een verantwoorde en spannende procedure voor zowel werkgever als werknemer. Voor de werkgever is het een kans om de correspondentie van werknemers met de bezette functies volgens de personeelstabel objectief te beoordelen, de verdeling van arbeidsmiddelen te optimaliseren en op basis daarvan een personeelsreserve op te stellen. Voor degenen die bij de onderneming werken, is certificering een stimulans om de kwaliteit en productiviteit van hun arbeid te verbeteren, hun kwalificaties te verbeteren en nieuwe moderne methoden en technologieën onder de knie te krijgen.
Certificering is een wettelijk en objectief criterium dat de mogelijkheid biedt om een arbeidsovereenkomst te beëindigen met werknemers die een laag kwalificatieniveau hebben getoond of om hen over te plaatsen naar andere functies met een salaris dat past bij hun kennisniveau. Aan de andere kant kunnen die werknemers die zich volgens de certificeringsresultaten van de positieve kant lieten zien, rekenen op een stijging van de lonen en vooruitgang op de carrièreladder.
Categorieën werknemers die zijn vrijgesteld van certificering
Er is geen wetgevingsbesluit met een lijst van werknemers die niet gecertificeerd zijn, daarom hebben bedrijven en organisaties sectorale regelingen die deze lijst bepalen. Bij het bepalen van de kring van werknemers die certificering zullen ondergaan, moet rekening worden gehouden met de garanties die de wetgeving biedt om de werknemer te beschermen tegen onredelijke beslissingen.
Als we bijvoorbeeld uitgaan van de normen van artikel 70 van de arbeidswet van de Russische Federatie, die proeftijden vaststelt, zijn werknemers van wie de proeftijd nog niet is afgelopen, onderworpen aan onvoorwaardelijke vrijstelling van certificering. In de meeste gevallen vallen de werknemers die minder dan 1 jaar na het aangaan van een arbeidsovereenkomst hebben gewerkt, onder een dergelijke vrijstelling. De lijst van personen die niet aan certificering onderworpen zijn, is opgenomen in de verordening "Over de procedure voor certificering van managers, ingenieurs en technici en andere specialisten van ondernemingen en organisaties van industrie, bouw, landbouw, transport en communicatie", zoals gewijzigd op 11 /14/1986. Tot op heden is dit de enige regelgevingshandeling die een dergelijke lijst bevat.
Volgens deze verordening zijn niet gecertificeerd:
- jonge specialisten die de periode van verplichte arbeid na het afstuderen nog niet hebben afgerond;
- vrouwen die een zwangerschapsattest voorleggen;
- vrouwen met kinderen onder de drie jaar en vrouwen die minder dan 1 jaar hebben gewerkt na ouderschapsverlof;
- alleenstaande ouders met kinderen onder de 14 jaar of een gehandicapt kind onder de 18 jaar.
In het algemene geval kunnen alle categorieën werknemers de certificering weigeren, waarvan het ontslag op initiatief van de werkgever wettelijk niet is toegestaan.