Sociale bescherming van arbeid in Rusland is een reeks maatregelen die zijn ontwikkeld door de relevante overheidsinstanties onder auspiciën van het ministerie van Arbeid en Sociale Bescherming van de Russische Federatie. Het doel is de wettelijke regeling van zaken als lonen, arbeidsbescherming, arbeidsverhoudingen, controle over werkgelegenheid en werkloosheid, en andere even belangrijke zaken.
In overeenstemming met de Russische wetgeving wordt het minimumloon (minimumloon) vastgesteld. Mits de werknemer volledig in dienst is, heeft hij geen recht op het betalen van minder geld per maand. Uitzonderingen zijn alleen toegestaan als de persoon parttime of parttime werkt. Naast het federale minimumloon zijn er regionale minimumlonen en stijgende regionale coëfficiënten (bijvoorbeeld voor de regio's van het Verre Noorden en gebieden die qua klimatologische omstandigheden daarmee gelijkgesteld worden).
Arbeidsbescherming is een reeks wettelijke, organisatorische, technische, sanitaire en hygiënische en andere normen waaraan de werkgever moet voldoen om het leven en de gezondheid van werknemers tijdens hun werk te beschermen. Volgens de wet garandeert de staat de werknemer de bescherming van het recht om te werken in omstandigheden die aan alle bovenstaande normen voldoen. De naleving wordt gecontroleerd door de Federale Arbeidsinspectie. Er zijn een aantal andere regelgevende instanties, bijvoorbeeld het staatsenergietoezicht onder het ministerie van brandstof en energie van de Russische Federatie, het staatsbrandtoezicht, enz.
Ambtenaren die zich schuldig maken aan het schenden van arbeidsbeschermingsvoorwaarden zijn aansprakelijk. Afhankelijk van de omstandigheden van de overtreding en de ernst van de gevolgen kan deze disciplinair (berisping, berisping, ontslag) of administratief (bestuurlijke boete, diskwalificatie) zijn. In de meest ernstige gevallen is de dader strafrechtelijk aansprakelijk.
Arbeidsverhoudingen, dat wil zeggen de relatie tussen een werknemer en een werkgever, worden geregeld door de Arbeidswet, die op 1 februari 2002 in werking is getreden. Deze code legt de rechten en plichten van de werknemer en de werkgever vast, regelt de kwesties van beloning en arbeidsbescherming, de procedure voor het oplossen van arbeidsgeschillen. Het voorziet ook in de kenmerken van de wettelijke regeling van de arbeid van minderjarigen, leraren, atleten, mensen die op rotatiebasis werken.