U kunt een rechterlijke beslissing aanvechten door het indienen van beroep, cassatie en toezichtklacht. Dit soort beroepen sluiten elkaar niet uit en elke klacht wordt binnen een bepaald tijdsbestek ingediend en de aanvrager is verplicht om te voldoen aan de vereisten voor vorm en inhoud.
In geval van onenigheid met de rechterlijke beslissing, kan elke partij in de civiele procedure verschillende mogelijkheden aangrijpen om deze aan te vechten. Deze mogelijkheden kunnen het beste in strikte volgorde worden toegepast, omdat in dit geval de kans op het ongedaan maken van een onrechtmatig of onredelijk genomen besluit aanzienlijk toeneemt. De eerste stap is het voorbereiden en indienen van beroep tegen de beslissing van de rechterlijke instantie. De voorbereide klacht wordt verzonden naar de rechtbank die de bestreden rechterlijke handeling heeft vastgesteld. De specialisten van deze rechtbank zullen de stukken (klacht- en processtukken) zelfstandig doorsturen naar het gerechtshof. Het is belangrijk om de termijn voor beroep te respecteren, die slechts één maand bedraagt vanaf de datum van de volledige tekst van de beslissing.
De tweede fase van het aanvechten van de rechterlijke beslissing
Indien het indienen en behandelen van het beroepschrift niet heeft geleid tot het gewenste resultaat in de vorm van vernietiging van de rechterlijke uitspraak, dan treedt deze rechtshandeling in werking. Dit staat verdere acties van de belanghebbende om hiertegen in beroep te gaan niet in de weg, maar het besluit wordt al uitgevoerd. In de tweede fase wordt een cassatieberoep ingesteld, dat door de verzoeker rechtstreeks naar het hof van cassatie wordt gestuurd. Als zodanig zijn rechtbanken meestal regionale, territoriale, republikeinse rechterlijke instanties. De indiener van de klacht moet voldoen aan de vereisten voor vorm en inhoud en deze ook naar de rechtbank sturen binnen de wettelijk vastgestelde termijn, namelijk zes maanden na de datum van inwerkingtreding van de bestreden handeling.
Volgende stadia van het aanvechten van een rechterlijke beslissing
Als de uitkomst van de behandeling van het cassatieberoep voor de verzoeker onbevredigend is, wordt de wraking van de rechterlijke beslissing meestal beëindigd. Niettemin, in zeldzame gevallen, waarvan de lijst is vastgelegd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de Russische Federatie, blijft het recht behouden om een klacht van toezichthouders in te dienen, die, indien er gegronde redenen zijn, kan worden overwogen door een collegiale samenstelling van rechters van het Hooggerechtshof van de Russische Federatie. In deze situatie is het ook verplicht om de formele vereisten voor de klacht strikt na te leven en mag de termijn voor het indienen ervan niet langer zijn dan drie maanden vanaf het moment dat de bestreden handeling in werking treedt. Aangezien de beslissing van de rechtbank van eerste aanleg in dit stadium van het beroep meestal al is uitgevoerd, wordt de tenuitvoerlegging van de gerechtelijke handeling ongedaan gemaakt wanneer deze door de Hoge Raad wordt vernietigd, waardoor de verzoeker kan rekenen op de teruggave van het geld of eigendom betaald.